Getijdestromingen
De wind is niet de enige kracht die golven en stromingen aandrijft. Vanuit de ruimte werkt ook de zwaartekracht van hemellichamen zoals de maan en de zon in op de oceaan. De maan, ook al is ze veel kleiner dan onze aarde, voert een aantrekkingskracht uit op losse partikels op aarde. Dit zorgt zowel voor getijdestromingen in de oceaan als voor kleine vervormingen van de aardbol (de aardgetijden). Niet elk beetje water op aarde is onderhevig aan de zwaartekracht van de maan en zon. De aarde heeft ook een zwaartekracht die sterker inwerkt op het water in een glas dan op het water in de zee.
Hoe ontstaat het getij? (zie ook Mee met het getij)
Elk stukje van de zee en oceaan heeft een uniek getijsysteem. Dit komt door de invloed van de lokale diepte van de zeebodem, de snel/traagheid van het water en de vorm van de zee, oceaan of kustgebied. Allerhande hindernissen, vernauwingen en ondieptes remmen de getijdestroming af of versterken deze net. Ook het weer heeft invloed op het getij. Sommige gebieden hebben twee keer per dag opkomend hoog- en laagwater, andere plaatsen slechts een keer. Ook de hoogte van het getij verschilt. Terwijl het getijverschil aan de Mont-Saint-Michel (Noord-Frankrijk) tot 15 meter bedraagt, is het in Oostende slechts een 4-tal meter meer. In de smalle gebieden (het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland en de smalle zeestraat tussen Engeland en Ierland) zijn stroomsnelheden en getijdeverschillen groter omdat er grote hoeveelheden water door een versmalling geperst worden. In gesloten zeegebieden zoals de Middellandse Zee is het getijverschil slechts 30 cm.
Getijdegolf in de Noord-Atlantische Oceaan (boven) en de Noordzee (onder) (c) Ecomare De Vleet
In de Noordzee komt de getijdegolf uit de Atlantische Oceaan. Ze draait, van bovenaf gezien, tegen de richting van de klok, om een aantal centrale punten (door het corioliseffect). In het centrum van zo'n wervel (amfidroom punt) beweegt het water amper. Hier is er weinig getijverschil. In de Noordzee liggen drie wervels. In België komt ook uit het Kanaal een getijdegolf aan die zich verder naar het noorden verplaatst. In de Panne is het vroeger laag/hoogwater dan in Knokke. Er is een sterkere stroming rond laag/hoogwater en een zwakke stroming zo’n 3 uur na en voor laag/hoogwater.
Op deze visualisatie van de stromingen in West-Europa kun je duidelijk zien hoe de getijstroming door het Kanaal wordt geperst, eerst richting de Noordzee en vervolgens weer terug. Deze cyclus herhaalt zich twee keer per dag.
Stromingen in de Middellandse Zee en de Baai van Biskaije (c) NASA