Zeesneeuw
James Cameron, de regisseur die in de onderzeeër Deepsea Challenger in 2012 naar het diepste punt op aarde afdaalde, concludeerde dat de oceaanbodem een ‘steriele, bijna woestijnachtige plek’ was. Op zijn tocht door de bijna 11 km diepe Marianentrog was er nauwelijks leven te bespeuren. Andere bezoeken aan de diepzeebodem onthullen net dat de biodiversiteit er op zijn minst even rijk kan zijn als in de kustwateren. Het hangt ervan af waar je precies gaat kijken. Want er komen in de diepzee diverse bodemvormen voor gaande van continentale hellingen, diepe canyons, vlakke abyssale vlaktes, onderzeese bergketens, koude moddervulkanen, … (zie Lesmodule Oceaanlandschappen).
Het sediment op de oceaanbodem bestaat voor een groot deel uit zeesneeuw. (c) Nature Geoscience Glud
Het grootste deel van de oceaanbodem is bedekt met dikke lagen modder (zeer fijne sedimentdeeltjes). Afglijdingen en stromingen zorgen dat het bodemmateriaal op de ene plaats dikker is dan op de andere. Het bodemmateriaal is meer dan sedimentdeeltjes, het bestaat ook uit zeesneeuw, overblijfselen van dode organismen als algen en zoöplankton, uitwerpselen, slijm etc. Al deze resten zakken langzaam de diepte in, plakken aan elkaar en vormen zeesneeuwvlokken die opnieuw tot voedsel dienen voor de dieren daar ‘beneden’ (zie Lesmodule Oceaanlandschappen). Zeesneeuw is dus ontzettend belangrijk voor de diepzeevoedselketen. De voedingsstoffen worden uit het water gefilterd door sponzen, zeelelies, anemonen en koudwaterkoralen die zich aan een stenige ondergrond hebben vastgehecht. Ze dienen ook als voedsel voor zee-egels, zeeslakken, zeesterren, krabben, garnalen, wormen, bodem-etende vissen en zelfs bacteriën.
Onderzoekers zijn verrast hoeveel microbieel leven er nog in zulk onherbergzaam gebied als de Marianentrog te vinden is. Bacteriën doen zich tegoed aan de regen aan dood materiaal. Ze weten op de meest onmogelijke plekken op aarde te overleven (zie Black smokers), zelfs waar er amper zuurstof te vinden is.