Industrie en landbouw
Historische bronnen getuigen al van het bemesten van akkers met zeewier sinds de 16e eeuw. Vandaag hoeven we zelf geen zeewier meer te oogsten. We kopen zeewier als gedroogde, geurloze korrels. Zo smaken onze aardappelen meteen een pak beter. © Duncan Gray
Waar kan de zee ons nog van nut zijn? In landbouw, tuinbouw tot op grasvelden en golfbanen maakt men gebruik van allerhande zeesoorten (kelp, blaaswier, knotswier, visolie derivaten, afval van garnalen, krabben, kreeften en sinds kort ook micro-algen uit zee) om te bemesten, de bodem te verbeteren en gewassen tegen insecten te beschermen. Uit mariene bronnen kunnen bovendien stoffen worden geïsoleerd met potentiële toepassing als bio-pesticide, denk maar aan toxines uit algen of insecticiden uit het gif van weekdieren.
In de verpakkingsindustrie kijkt men hoopvol uit naar de eerste rendabele bioplastics op basis van mariene grondstoffen. Voorlopig kan een biologisch afbreekbaar polymeer PHA verkregen worden uit de blauwalg Chlorogloea fritschinni. Maar het proces is vrij duur, waardoor het commercieel succes (nog even) uitblijft.
De olie-industrie experimenteert volop om het winnen van ruwe olie te optimaliseren. Er zou meer olie uit de reservoirs kunnen gehaald worden door de bacteriële groei , die er van nature aanwezig is, te stimuleren met biopolymeren en andere stoffen uit de zee. Ze noemen dit microbial enhanced oil recovery.
Sommige mariene micro-organismen vergemakkelijken ook de afbraak van ruwe olie. Bij het schoonmaken van het milieu, wat we bioremediatie noemen, bewijzen mariene microben alvast hun nut!
Mariene bacteriën zoals de Alcanivorax borkumensis spelen van nature een belangrijke rol in de afbraak van olie onderwater. Wanneer ze gevoed worden met extra nutriënten, kunnen ze ingezet worden om grote oliepakken die accidentieel in zee terecht gekomen zijn deels op te ruimen. © Terry Hazen