Eng en medogenloos
De Sloanes addertandvis is tot de tanden gewapend. Zijn tanden zijn zo groot dat hij zijn mond niet kan sluiten. (c) Nature Geoscience Gul
Heel wat diepzeevissen behoren tot de meest angstaanjagende wezens op aarde. Hun uiterlijk verraadt hoe ze moeten overleven in een milieu waar voedsel schaars is. Velen hebben daarom een grote mond met enorme kaken en vlijmscherpe, naaldachtige tanden. Daarmee grijpen ze elke prooi die voorbijzwemt. Want wanneer in de diepzee een prooi ontsnapt, is ze voorgoed weg.
Geen enkele vis heeft zulke lange tanden als de Sloanes-addertandvis (zie hieronder). Hij gebruikt de tanden alleen om prooien te vangen.Zodra ze achter het traliewerk van tanden zitten, zet zijn maag uit en kan de vertering beginnen.Niet alleen de tanden maar ook het hoofd is in verhouding tot het lichaam vaak groter bij diepzeevissen. Dit zie je bij de grootbek-aal of ook pelikaanpaling genoemd. Omdat zijn kaken loszitten kan hij prooien grijpen die groter zijn dan hem. Zijn maag is ook zeer elastisch.
Snel kunnen happen is een ander voordeel. De kobolthaai kan zijn kaken als een speer naar voor laten schieten.
De koekjessnijder-haai pakt het anders aan. Dit echte koekjesmonster snijdt geniepig ronde stukken uit het vlees van zijn prooi. Aangezien hij geen last ondervindt om snel van de diepzee naar het wateroppervlak te zwemmen, vinden we zijn beten zelfs op zeezoogdieren terug, en ja ook op de mens.
De koekjessnijderhaai is de enige haai die we kennen die als een parasiet van zijn gastheer leeft. Met een mond vol kleine vlijmscherpe tanden neemt hij cirkelvormige happen uit het vlees. (c) illustratie door Buzzle
Niet alle diepzeebewoners zijn actieve jagers, sommige gebruiken meer afwachtende strategieën. Die vissen lokken hun prooi niet, maar ze vertrouwen erop dat de stroming hun voedsel aanvoert. Je ziet dat vaak bij de bodembewoners. Op de bodem komt wel eens een geschenk uit de ‘hemel’ gevallen. Een kadaver van een walvis, of een ander groot zeedier, wordt een tijdelijke biotoop voor aaseters zoals slijmprikken en spinkrabben die zich voeden met al dat lekkers.