Duikers weten het al lang, tussen de scheepswrakken is het heerlijk om te vertoeven. Een wrak spreekt niet alleen tot de verbeelding, er is gewoonweg veel en kleurrijk leven te zien. Veel wrakken zijn helemaal begroeid met fraai gekleurde kolonies zeeanemonen, poliepen, zakpijpen en zeepokken. Als het wrak niet te diep ligt en er dus ook zonlicht doordringt, groeien er bovendien verschillende wieren op. De meeste dieren leven er van het plankton en detritus dat voorbij zweeft. Tussen dat plankton bevinden zich ook larven die op zoek zijn naar een vaste ondergrond om te kunnen groeien. Vandaar dat een scheepswrak na enkele maanden begroeid raakt met allerlei dieren. Tussen al deze vastzittende dieren en planten kruipen verschillende soorten zeesterren en krabben rond. Ook veel vissen zoals de kabeljauw en steenbolk houden zich speciaal in de buurt van de wrakken op omdat ze beschutting bieden en er veel prooidieren te vinden zijn Dit verklaart waarom ze ook wel door hongerige zeezoogdieren zoals bruinvissen en zeehonden worden bezocht. Zo'n wrak is een ecosysteem op zichzelf en levert een grote bijdrage aan de biodiversiteit van de Belgische Noordzee.
Eén van de meest opmerkelijke soorten die we op de wrakken tegenkomen zijn de zeeanemonen. Heel wat zeeanemonen kregen de naam van bloemen op het land, denk maar aan de zeeanjelier, zeeroos, zeemadelief en zeedahlia, met hun vaak kleurrijke vangarmen lijken ze ook op zeebloemen. Maar een echte bloem kun je ze helemaal niet noemen. Zeeanemonen zijn dieren die tot de holtedieren, meer bepaald de neteldieren behoren. Ze hebben een basisbouwplan dat bestaat uit een grote inwendige holte, de maagzak, en één opening die zowel als mond en tevens de anus dient. Rond de opening zitten vangarmen of tentakels waarmee ze plankton uit het water filteren of ook wel een klein visje kunnen grijpen. Deze tentakels hebben ook nog een andere functie, ze worden gebruikt als wapen om zich te verdedigen. Op de tentakels staan netelcellen die met miniatuurharpoentjes een gif schieten naar een prooi of belager zoals slakken, borstelwormen, zeespinnen en zeesterren. De anemoon heeft daarnaast een zuigvoet waarmee hij zich kan vasthechten, ingraven of verplaatsen. Over het algemeen blijven ze op een plaats vastgehecht zitten. Dit kan gerust ook een slakkenhuis van een heremietkreeft zijn. Maar als het nodig is, kunnen sommigen hun voet losmaken om te weg te zwemmen of te vechten,
Precies zoals met scheepswrakken, zijn olieplatformen en de funderingen van offshore windmolens een geschikte en stabiele omgeving voor zeewezens. Om te testen hoe snel zulke harde substraten begroeid worden werden in 2014 twee kunstmatige riffen (met gaten doorspekte betonnen bollen zie foto hierponder) geïnstalleerd ter hoogte van de windmolenparken. De bedoeling was om uit te zoeken of deze rifbollen nieuw leven zou aantrekken. Wetenschappelijke duikers brachten na een jaar een bezoek aan de kunstmatig riffen. En wat blijkt? De betonnen constructies waren aardig begroeid. Bij een inspectie zagen de duikers zeesterren, zwemkrabben, zee-appels en -anemonen, alsook scholen rond de riffen zwemmende steenbolken. In één van de bollen kon zelfs een 30 cm grote kreeft worden gespot! De opzet om zo de plaatselijke biodiversiteit even te verhogen blijkt alvast geslaagd.
Heel wat leven blijkt na een jaar deze kunstmatige riffen - betonnen holle bollen al te hebben verkend. Bekijk de filmbeelden in de fotogalerij.(c) VLIZ